Wanneer slim zijn tegen je werkt

Slim zijn wordt vaak gezien als een groot voordeel, maar voor hoogbegaafde jongeren kan het ook een keerzijde hebben. Wat voor anderen vanzelfsprekend lijkt, is voor hen soms een bron van frustratie of onbegrip. Wanneer hun manier van denken en leren niet aansluit bij de omgeving, kan juist hun intelligentie hen in de weg gaan zitten. Het probleem ligt niet bij de capaciteiten zelf, maar bij de mismatch met het systeem waarin ze moeten functioneren.

Te weinig uitdaging, te veel herhaling
Lesstof die langzaam gaat of te veel wordt herhaald, kan hoogbegaafde leerlingen demotiveren. Wat bedoeld is om te oefenen en te verstevigen, werkt voor hen als een rem. In plaats van groeien, raken ze verveeld en verliezen ze hun motivatie.

Het gevaar van aanpassen
Veel jongeren kiezen ervoor zich aan te passen aan het gemiddelde tempo. Ze doen mee, maar laten niet meer zien wat ze werkelijk kunnen. Op korte termijn lijkt dat een oplossing, maar op de lange termijn kan dit leiden tot frustratie en zelfs uitval.

Onzichtbare problemen
Van buitenaf lijkt er vaak niets aan de hand. Een slimme leerling haalt redelijke cijfers en draait mee in de klas. Maar van binnen groeit het gevoel van eenzaamheid of onbegrip. Deze signalen worden vaak pas gezien als de problemen groter worden.

Wanneer begeleiding verschil maakt
Het kantelpunt ontstaat wanneer een jongere de ruimte krijgt om weer op zijn of haar niveau te leren en zich gezien voelt in de eigen manier van denken. Versnellen, compacten of simpelweg erkenning geven kan een wereld van verschil maken.