Hoogbegaafdheid wordt vaak teruggebracht tot een cijfer: een IQ boven de 130. Toch doet die simpele definitie geen recht aan de werkelijkheid van jongeren die hiermee te maken hebben. Hoogbegaafdheid is geen optelsom van testresultaten, maar een fundamenteel andere manier van denken, voelen en leren. Het gaat om hoe iemand in de wereld staat, niet om een score op papier.
Hoogbegaafdheid is geen optelsom van cijfers
Vaak wordt hoogbegaafdheid gedefinieerd met een getal: een IQ van 130 of hoger. Toch doet dat weinig recht aan de werkelijkheid van jongeren die anders denken, anders voelen en anders leren. Hoogbegaafdheid is geen simpele score op papier, het is een andere manier van zijn.
Denken op meerdere sporen tegelijk
Hoogbegaafde jongeren hebben vaak een diepgaande manier van denken. Ze leggen razendsnel verbanden, stellen filosofische vragen en denken vaak verder dan hun omgeving. Dat gaat gepaard met een sterke behoefte aan autonomie, nieuwe prikkels en ruimte om zelf richting te geven aan hun leerproces.
Gevoeligheid als kracht en uitdaging
Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat veel hoogbegaafden ook emotioneel intens reageren. Ze voelen diep, zijn gevoelig voor sfeer en rechtvaardigheid en raken snel overprikkeld in onveilige of onbegripvolle omgevingen. Juist deze combinatie van scherp denken en gevoelig voelen maakt hen bijzonder en soms kwetsbaar.
De omgeving maakt het verschil
Een jongere kan nog zo’n groot potentieel hebben, als de omgeving dat niet erkent of ondersteunt, stagneert de ontwikkeling. Zonder voldoende uitdaging of begrip trekken velen zich terug of gaan zich aanpassen. Dat leidt niet zelden tot verveling, frustratie of onderpresteren.
Hoogbegaafd gedrag is contextafhankelijk
Het gedrag dat we ‘hoogbegaafd’ noemen komt alleen tot bloei als het gezien mag worden. Wat als lastig gedrag wordt gezien in de klas, is soms een verborgen uiting van onbegrepen intelligentie of diepere motivatie. Begeleiding begint met herkennen wat eronder zit.